Ben Kruisdijk

(Spotlight/Jaring Dürst Britt (tekst) Mark Troost (beeld)/Tubelight 70/07.09.2010)



Een kolossaal atelier op slechts vier minuten fietsen van het station, een gemeente die hem vliegtickets naar Chicago fourneert om aldaar aan een tentoonstelling deel te nemen en de kortste treinafstand vanuit Nederland naar Berlijn. Ben Kruisdijk (1981) is zeer content met zijn woon- en werkplaats Enschede.

Na zijn afstuderen aan de ArtEZ in 2005 vertrok hij naar Amsterdam, verbleef in 2007 een half jaar als artist-in-residence in het vlak over de grens gelegen Schloss Ringenberg en besloot datzelfde jaar terug te keren naar de stad waar hij zijn opleiding genoot. Hij woont er nu drie jaar samen met Conny Kuilboer (1976), eveneens kunstenaar. Samen met haar vormt hij een kunstenaarsduo dat onder de naam Kruisdijk/Kuilboer projecten realiseert die hun individuele praktijk overstijgen. Veelal zijn dit installaties waarmee ze commentaar leveren op de positie van jonge kunstenaars in de internationale kunstwereld. Vorig jaar verkeerden ze veel in het buitenland, zowel in het kader van hun gezamenlijke als ook van hun individuele werk.

"Maar nu richten we ons een jaartje op onze eigen dingen", zegt Kruisdijk, die het beste als tekenaar is te omschrijven. Eentje die zich bedient van een beeldtaal waarin hij zaken bijeen brengt die logischerwijs niet bij elkaar horen, maar die hij toch als een aannemelijke combinatie weet te presenteren. Vaak plaatst hij twee verschillende motieven bij elkaar, of geeft hij hetzelfde onderwerp op verschillende wijzen weer: natuurgetrouw naast schematisch naast cartoonesk, waarbij hij figuratieve en abstracte elementen met elkaar combineert. Het menselijk lichaam duikt op in de vorm van botten, gewrichten en handen, de natuur keert veelvuldig terug in de vorm van bladeren, vruchten en dieren, zaken die gekenmerkt worden door beweging en groeiprocessen. Het gebruik van tekst in verschillende lettertypes heeft eveneens een plek binnen zijn picturale lexicon. Zijn idioom appelleert af en toe aan kinderlijke knutselarij, wanneer hij zijn werk presenteert als kleurplaat, poëziealbumplaatje, kruiswoordpuzzel of als een beeld dat de kijker zelf af dient te maken door genummerde puntjes met elkaar te verbinden. "Daarmee wil ik mensen ertoe aanzetten om hun eigen referentiekader op de tekeningen los te laten. Ze dienen er deels zelf invulling en betekenis aan te geven", aldus Kruisdijk.

Kruisdijk is echter geen tekenaar in de traditionele zin van het woord. Ten tijde van zijn afstuderen wilde hij als ambitieuze jonge kunstenaar met materiaal werken waarvan hij dacht dat hij het nooit te pakken zou kunnen krijgen. "Op een gegeven moment kwamen gebruikte röntgenfoto's bij me op: die zouden met al die medisch-ethische gedragscodes wel nooit het ziekenhuis mogen verlaten, zo leek me. Bleken die dingen toch vrij makkelijk te verkrijgen. Eerst via een arts uit het ziekenhuis, later kreeg ik ze ook aangeleverd via een dierenarts en een tandheelkundige." De afbeeldingen die hij erin krast, gaan een relatie aan met bijvoorbeeld een ribbenkast of een ellepijp die op de foto zichtbaar zijn. Omdat twee jaar geleden in Nederland de regels op grond van privacywetgeving alsnog werden aangescherpt, wilde hij er eigenlijk mee stoppen. Daarbij was hij ook bang om als ‘die röntgenjongen' door het leven te gaan. Kruisdijk werd namelijk al vrij snel gevraagd om
met deze atypische tekeningen deel te nemen aan tentoonstellingen, waarbij hij vaak met meerdere röntgentekeningen een muurinstallatie maakte. "Het vormde in het begin van mijn carrière een mooie ingang om deel te kunnen nemen aan exposities, maar ik kreeg het idee dat het de odd one out binnen mijn oeuvre begon te worden. Totdat ik me onlangs realiseerde dat men mij zowel op basis van mijn reguliere tekeningen, de röntgenfoto's en het werk dat voortvloeit uit mijn samenwerking met Conny benadert."

Kruisdijk maakt in zijn werk bewust gebruik van iconografische bijklanken en kunsthistorische verwijzingen. Een vierkante kruiswoordpuzzel op zijn punt is onmiskenbaar een evocatie van Mondriaan. "Die verwijzing naar het modernisme komt door schilderijen van Malevich. Ik heb het idee dat ik daar iets beet heb: een combinatie van tegenstelling en helderheid, waardoor de boel gaat wringen. En daar ben ik eigenlijk altijd naar op zoek in mijn werk." Kruisdijk doelt op een recente reeks collages, waarvan hij de geometrische vormen zaagt uit triplex en verft in heldere kleuren. Vervolgens brengt hij de vormen aan op geprepareerd en op maat gezaagd softboard, zodat het eindresultaat een bedrieglijk echte weergave van een hamertje tik creatie uit 1950 lijkt. Het zijn klassieke composities van de suprematistische schilder, waarbij de gaatjes die Kruisdijk in het board heeft geprikt de suggestie wekken van veelvuldig gebruik. Er lijken talloze combinaties van elementen te zijn uitgeprobeerd, maar de werken fluisteren tegelijkertijd dat ze de ideale en logische compositie zijn.

Ondanks zijn multimediale benaderingswijze voelt hij zich boven alles toch een tekenaar. "Ik voel me minder gemakkelijk met schilderen, werken met olieverf op doek brengt toch andere compositorische regels met zich mee. In een tekening kunnen bepaalde elementen vrij makkelijk in het niets zweven zonder dat het fout aanvoelt." Wel heeft hij zich de afgelopen jaren enigszins ‘overtekend'. Na tijdenlang een tekening per dag te hebben geproduceerd, lijkt zijn bron op tekengebied wat te zijn opgedroogd. "Voor dit moment althans. Ik zag die doorlopende reeks tekeningen van hetzelfde formaat toch als de ruggengraat van mijn oeuvre. Ik heb lang opgekeken tegen kunstenaars als Marcel van Eeden en Mark Manders die alles wat ze doen op een logische manier binnen een overkoepelende structuur kunnen plaatsen, maar daar begin ik langzaamaan vanaf te stappen. Ik denk nu dat ik die seriële
kapstok los kan laten."